Wat blijft hetzelfde en wat verandert er?

De regels voor uw pensioen gaan veranderen. Hieronder ziet u wat er hetzelfde blijft en wat er verandert. 

Beeldtitel:
Wat blijft en wat verandert er?

[voice-over]
Er komen nieuwe regels voor uw pensioen. Veel blijft straks bestaan. De AOW voor iedereen en het pensioen via de werkgever. U blijft pensioen ontvangen zolang u leeft. En als u overlijdt voor dat u met pensioen gaat, krijgt uw partner vaak pensioen. Met de nieuwe regels voor pensioen ziet u duidelijker hoeveel geld u en uw werkgever stoppen in uw pensioen. En hoe snel dit bedrag groeit.

Hoeveel pensioen u krijgt als u stopt met werken, staat niet van tevoren vast. Uw pensioen beweegt. Het kan sneller omhoog als het goed gaat met de economie. Maar kan ook omlaag gaan als het slechter gaat. De regels zorgen er wel voor dat de bewegingen niet te groot worden. Bovendien worden ze kleiner als u ouder wordt. Wat de nieuwe pensioen regels voor u persoonlijk gaan betekenen, weten we nog niet precies.

Dat wordt de komende jaren duidelijk. De nieuwe regels gelden vanaf 1 juli 2023. De werkgevers, de vakbonden en de uitvoerders van uw pensioen hebben dan enkele jaren de tijd om alles goed te regelen. U ontvangt informatie van uw werkgever of van de uitvoerder van uw pensioen. Wanneer uw pensioen aangepast wordt. Bent u al met pensioen? Dan kunnen de nieuwe regels ook voor u gaan gelden.

Meer weten over het pensioen dat u nu heeft? Kijk dan op de website: mijnpensioenoverzicht.nl. Hier vindt u straks ook uw nieuwe pensioen.

Eindleader:
Deze informatie wordt u aangeboden door vakbonden, werkgeversorganisaties, pensioenuitvoerders en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

Dit blijft hetzelfde

  1. U ontvangt vanaf uw pensioenleeftijd AOW van de overheid. Ook als de nieuwe regels zijn ingevoerd.  
  2. Veel mensen bouwen pensioen op via de werkgever. Dat blijft zo.   
  3. U ontvangt pensioen zo lang u leeft.   
  4. Overlijdt u? Dan krijgt uw partner vaak een pensioen, ook als u overlijdt voordat u met pensioen bent. 
  5. Ook blijft u meestal pensioen opbouwen als u arbeidsongeschikt raakt.   
  6. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, zoals een vakbond of een ondernemingsraad, blijven samen afspraken maken over pensioenregelingen.

Dit verandert er

1. Pensioen met afspraken over inleg

De meeste werknemers in Nederland hebben een pensioenregeling waarbij afspraken zijn gemaakt over de hoogte van de pensioenuitkering. De verwachting hierover kan door de huidige regels niet altijd door alle uitvoerders worden waargemaakt.

Daarom hebben vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers nieuwe regels voor pensioen afgesproken. In het nieuwe pensioen worden afspraken gemaakt over hoeveel geld u en uw werkgever inleggen voor uw pensioen. Dit pensioen heet een premieregeling. 

Werknemers bouwen bij een premieregeling een persoonlijk pensioenvermogen op. Daar wordt maandelijks uw pensioen uit betaald als u met pensioen bent. Er is vooraf geen belofte over de hoogte van uw pensioenuitkering. Wel kunt u beter zien hoeveel geld u en werkgever inleggen en hoe dit bedrag groeit. 

2. Pensioen via uw werkgever kan sneller omhoog

Als het goed gaat met de economie, dan kan het pensioen dat u heeft opgebouwd via uw werkgever straks sneller omhoog. Maar dit pensioen kan ook omlaaggaan als het economisch slechter gaat. Het pensioen wordt dus beweeglijker. Het is de verwachting dat met de nieuwe regels de pensioenen vaker en eerder omhooggaan dan nu het geval is. 

De bewegingen in het pensioen via uw werkgever worden kleiner als u (bijna) met pensioen bent. Want hoe dichter u bij uw pensioen komt, hoe preciezer u ziet op hoeveel geld u kunt rekenen. Elk jaar krijgt u bericht over de verwachte hoogte van uw pensioen.  

3. Het nabestaandenpensioen: duidelijke en dezelfde regels voor alle pensioenuitvoerders 

Heeft u recht op nabestaandenpensioen, dan zijn de regels straks voor iedereen hetzelfde. Daardoor is duidelijker waar de nabestaande op kan rekenen. 

Als u overlijdt terwijl u in dienst bent dan is het nabestaandenpensioen een percentage van uw laatste loon. Hoe hoog de dekking is wordt afgesproken door de werkgever met de vakbond of de Ondernemingsraad in de pensioenregeling. Het maakt hierbij niet uit hoeveel jaar u heeft gewerkt.

Bent u werkloos geworden, dan bent u voor een uitloopperiode van 3 maanden, of tijdens de WW-periode verzekerd van nabestaandenpensioen. Daarna niet meer.

Overlijdt u nadat u al met pensioen bent dan is de hoogte van het nabestaandenpensioen afhankelijk van wat u heeft opgebouwd en hoeveel jaren u heeft gewerkt.

U kunt alvast bekijken hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd via uw werkgever. En hoeveel AOW u straks krijgt. Zo weet u wat u naar verwachting krijgt als u met pensioen gaat. Ga hiervoor naar mijnpensioenoverzicht.nl.